Familieopstellingen
Werkwijze bij familieopstellingen in groep:
Bij aanvang van elke reeks wordt een inleiding gegeven over de
basisprincipes van het opstellingswerk. De mate waarin dit gebeurt is
afhankelijk van de voorkennis van de deelnemers.
Als deelnemer kan je een eigen thema opstellen en/of als
representant in een opstelling van een andere deelnemer staan. Elkeen
kan hierin vrij kiezen.
Wanneer je een thema hebt waarrond je een opstelling wenst,
zal de begeleider je uitnodigen om een concrete vraag te formuleren
vanuit dit thema.
Het gaat telkens om een thema dat met jezelf verbonden is en de vraag
heeft dus betrekking op datgene wat jij voor jouw leven wil bekijken.
Indien er slechts iets vaag in je opduikt, kan de begeleider je verder
op het spoor zetten van de juiste vraag. Soms is het beter om nog even
te wachten zodat er meer helderheid is omtrent de vraag. De begeleider
helpt je hierin.
Er volgt een korte vraagstelling. De begeleider vraagt naar
feiten uit jouw familie.
De begeleider kiest welke de familieleden zijn waarvoor er een
representant uit de groep zal worden gekozen. De begeleider kiest voor
welke familieleden er een representant nodig is. Je kan zelf de
representanten uit de groep kiezen.
Daarna geef je de representanten een plaats in de ruimte.
Wat vanaf dat moment gebeurt is bijzonder. Aan de
representanten wordt gevraagd te letten op hun fysieke aanvoelen op de
plek die ze hebben gekregen.
Vanaf het moment dat ze zijn opgesteld, dragen de representanten de
energie die in het familiesysteem leeft (van de persoon die de
opstelling vraagt). Dit klinkt vreemd maar heeft te maken met wat 'het
wetende veld' genoemd wordt. Dit betekent dat elk individu de hele
geschiedenis van zijn familie, van zijn systeem over vele generaties
heen, in zich meedraagt. Het gaat over alles wat bewust en (vooral)
onbewust van generatie op generatie wordt overgeleverd aan mythes,
waarden en normen.
De persoon die het thema heeft aangebracht kan, nadat hij de
representanten een plaats heeft gegeven, zelf een plek uitzoeken van
waaruit hij alles goed kan zien.
De begeleider zal bij de representanten bevragen hoe ze zich
voelen op de plek die hen werd gegeven. Zij gaat na : Wie is
uitgesloten, wie heeft geen plaats (vb. een vroeg gestorven kind dat
door de ouders niet meegeteld is). Zij gaat in de opstelling werken
naar een grotere ordening toe (vb. De begeleider geeft het vroeg
gestorven kind een plek; er komt ontspanning in het systeem.).
De begeleider werkt vanuit het 'lege midden' dwz zij volgt wat
zich laat zien vanuit de ziel van het systeem. Zij maakt zich innerlijk
helemaal leeg en baseert zich op de informatie die ze van de
representanten krijgt. Op die wijze zal zij de representanten
herschikken, verlossende woorden naar elkaar laten uitspreken en werkt
toe naar een grotere ordening in het systeem. Deze herstelde orde zorgt
voor een ontspanning in het ganse systeem. Vaak zijn hiervoor meerdere
opstellingen nodig, omdat meerdere stappen tijd vragen, omdat
informatie ontbreekt e.d.
De opsteller rondt de opstelling af wanneer een stap naar meer
ordening gezet is.
Het overige wordt overgelaten aan de ziel, die verder zal doorwerken.
|